Het huis no. 56

Dit huis bestond aanvankelijk ook uit twee huizen, waarvan dat, hetwelk Westelijk stond, in de 16e eeuw toebehoorde aan de familie Vuchs; waarschijnlijk was dit huis dat,

a. Hesther van Gestel, huisvrouw van Jor. Jacob de Cock, raad van den Bosch;

b. Jor. mr. Peter van Gestel, raad van Breda, die van zijne vrouw Hesther Maes, dochter van Thomas Maes 3) en Cecilia Grouwers, een zoon Jor. mr. Johan van Gestel had.

c. Franchoys van Gestel, priester, kanonik-graduaal van de kerk van St. Jan Ev. te den Bosch en aartsdiaken van het Bisdom den Bosch.

Genoemde Hesther van Gestel erfde van hare ouders dit Westelijk staand huis. Zij schonk haren voorzegden man eene dochter Catharina de Cock, welke 27 Mei 1662 overleed en dit huis van haar erfde; zij huwde met Lambert Becx, schout van Helmond, overleden 10 April 1675 en met zijne acht kwartieren begraven in St. Geertruid te Leuven, (zoon van

a. Catharina van Achelen, huisvrouw van Dierck Bernardszn van Kessel, secretaris van den Bosch 4);

b. Hesther van Achelen, huisvrouw van Mathijs Gijsbertszn van den Ancker, secretaris en griffier van den Bosch;

c. mr. Willem van Achelen, priester, pastoor te Hombeke en kanonik der kerk van St. Jan Ev. te den Bosch.

De sub a en c genoemde kinderen verkochten onmiddelijk na dien afstand van vruchtgebruik hunne aandeelen in dit huis, dat toen omschreven werd als huis, erf en tuin, aan hunne zuster Hesther. Deze schonk aan haren genoemden man o.a. 5) eene dochter, Gijsbertje genaamd, die huwde met Anthony Coremans; hij verkocht 27 Juni 1659 (Reg. n°. 439 f. 287 vso) dat huis, hetwelk alstoen omschreven werd als: huys, erve, hoff ende achterhuys met drie cameren of woningen, stallinge ende plaatsken, gestaen ende gelegen in de Kerckstraet

Willem van Heeswijk als man van Ida, dochter van Jacob Vogels Aertszn. en Jenneken, alsmede de overige kinderen dezer echtelieden verkochten bij gerechtelijke uitwinning 22 December 1679 (Reg. n°. 475 f. 71) dit Oostelijk staand huis, dat alstoen gezegd werd gelegen te zijn tusschen dat van Jor. Becx ex uno en het huis van het Groot Ziekengasthuis, een gangske tusschen beiden liggende, ex alio, aan de reeds genoemde Catharina de Cock, toen weduwe van Lambert Becx; de beide hierbedoelde huizen waren daardoor weder in eene hand; ook dit Oostelijk staand huis werd van haar geërfd door hun beider kinderen Casper Hendrik en Johanna Francisca Becx.

Deze kinderen verkochten 9 September 1706 (Reg. n°. 520 f. 104) van deze beide huizen het Westelijk staand aan Gillis Le Martinel, burger van den Bosch, en het Oostwaarts staand huis aan Johanna van Zutphen weduwe van den ritmeester Johan Evert Otto.

Het Westwaarts staand huis werd van voornoemden Gillis Le Martinel geërfd door diens dochter Maria, geboren uit zijn huwelijk met Henriette Verheyen; zij verkocht het 28 Mei 1727 (Reg. n°. 554 f. 17) aan Evert Buyster, ook burger van den Bosch; van dezen erfde het diens dochter Catharina Adriana Buyster, die het ten huwelijk bracht aan Theodorus de Marcq, med. doctor te den Bosch; van hen erfde het weder hunne dochter Catharina Adriana de Marcq, die het op hare beurt ten huwelijk bracht aan David Zehender, luitenant in een regiment Zwitsers, woonachtig te Oirschot; deze verkocht het 12 October 1764 (Reg. n°. 579 f. 118 vso) aan Jean Louis Touchon, secretaris van de compagnie van den kapitein Dautin te den Bosch, geboren te Neufchâtel

Meergenoemde Touchon vergrootte ook nog den tuin dezer beide huizen door daarbij den 9 Maart 1768 van Jean Georges Simon, schermmeester te den Bosch, aan te koopen een deel van het erf der voormalige Rederijkerskamer aldaar. Zijne aldus gecombineerde panden verkocht hij 23 April 1784 (Reg. n°. 595 f. 184 vso) aan Johan Pieter Reigersman, kolonel-kommandant van het Oud-Geldersch regiment Infanterie en diens echtgenoote Antonia Dutry van Haeften. Bedoelde panden werden in de van dien verkoop opgemaakte akte omschreven als één huis met erf, zoodat daaruit mag worden op-